Het Leed Dat Moeder Heet
MA VRIJMOETH (MARIE):
Huisvrouw zijn en moeder,
Wat een ellende!
Moeder komt van moe zijn,
Neem dat maar van me aan!
Huisvrouw zijn en moeder,
Van heel die bende,
Wat een treurig bestaan!
CHRIS (ZUSTER VAN MARIE):
Je vader komt vandaag weer thuis uit 't Ooste, wist je dat?
CISKE
MIETERS!
MA VRIJMOETH:
Dan zal ik hem eens vertellen wat voor een mormol jij bent!
CISKE
Misschien heppie wel een aapie voor me meegenomen?!
Of een speer van een papua's!
MA VRIJMOETH:
Dat is nou precies wat ik bedoel! Het is alleen maar hebbe, hebbe, hebbe!
En zelf breng je geen cent in!
Maar vanaf vandaag is dat afgelopen, jongen!
Je gaat vanavond met mij mee naar het café!
Ken je glazen ophalen EN SPOELEN!
Nee niet voor niets rijmt het woord huwelijk,
Op afschuwelijk, en op gruwelijk.
't Is een nachtmerrie waaruit je nooit ontwaakt.
In de eerste huwelijksnachten,
Kan je kerel niet meer wachten.
Dus dan wordt er in een wip
Een kind gemaakt.
Maar je lijf gaat door die kleine,
Lijnrecht naar de filistijnen,
En je weet wat na zo'n zwangerschap gebeurd…!
Want terwijl je ligt te baren,
Komt de vroedvrouw met d'r scharen,
En dan blijk je tot je oksels uitgescheurd!
Dus komt bij mij niet aan met:
Kinderen zijn schatten…!
Het ratten, echte ratten!