Alpejagerslied
MARJOLIJN
Een heer die de straat afdaalt
Een heer die de straat opklimt
Twee heren die dalen en klimmen
Dat is de ene heer daalt
En de andere klimt
Vlak vóór de winkel van: Hinderickx en Winderickx
Vlak vóór de winkel van: Hinderickx en Winderickx
Van de beroemde hoedenmakers
Treffen zij elkaar
(Goedemorgen)
(Ook goedemorgen)
De ene heer neemt zijn hoge hoed in de rechterhand
De andere heer neemt zijn hoge hoed in de linkerhand
Dan gaan de ene en de andere heer
De rechtse en de linkse
De klimmende en de dalende
Dan gaan beide heren
Elk met zijn hoge hoed zijn eigen hoge hoge hoed
Elk met zijn hoge hoed, zijn bloedeigen hoge hoed
Elkaar voorbij
Ooh, elkaar voorbij
Vlak vóór de deur van de winkel van: Hinderickx en Winderickx
(Van de beroemde hoedemakers)
Dan zetten beide heren
De rechtse en de linkse,
De klimmende en de dalende
Eenmaal elkaar voorbij
Hun hoge hoeden weer op het hoofd
Men versta mij wel
Elk zet zijn eigen hoed op het eigen hoofd
Dat is hun recht
Dat is het recht
van deze beide heren
Dat is het recht
Dat is het recht van deze beide heren
Dat is het recht
Dat is het recht van deze beide heren
Dat is het recht van deze beide heren (Hinderickx en Winderickx)
Dat is het recht van deze beide heren (Hinderickx en Winderickx)